Voorpublicatie roman
Proloog
Vanaf mijn veertiende was de dood mijn metgezel. We hebben vaak gevochten, de dood en ik. Mijn leven was de inzet en de dood legde nonchalant wat tijd op tafel. Niemand realiseert zich de betekenis van tijd, totdat hij op raakt. Hoe dierbaar, allesomvattend een minuut kan zijn. Hoe waardevol een ogenblik is als je nog één keer je geliefde in de ogen kunt kijken of voor de laatste keer je kind een knuffel moet geven, nog eenmaal ‘ik hou van je’ mag fluisteren of voor het allerlaatst de zon ziet schijnen. Ik zeg maar wat. We zullen allemaal op onze eigen manier die laatste minuut invullen. Van mijn part gaat iemand op zijn hoofd staan. Ik vind het allemaal best, je kent me. Sommige zullen schreeuwend ten onder gaan, anderen zullen hopeloos verstillen. Afgenomen, verloren tijd is wreed. Doodgaan terwijl je verlangt naar nog duizenden ogenblikken is meedogenloos, en toch, even zo vaak was het vooruitzicht van doodgaan, de dood, voor mij een vriend, het opraken van mijn tijd een troost. Een uitweg zo verleidelijk als een koele duik op een tropische dag, als ongeoorloofd in bed blijven liggen terwijl de ijsbloemen op je slaapkamerraam staan. Zo verleidelijk als met twee verschillende sokken naar een officiële gelegenheid gaan, als het verlangen naar een streling van een geliefde.
Of ik ooit verwacht had zo oud te worden? Ach kind , ik heb altijd met de dood geleefd. De zwaarste ogenblikken ben ik doorgekomen dankzij mijn metgezel de dood. Als ik het werkelijk niet meer volhield, als het leven te diep, te bitter zou worden, dan zou hij mijn hand vastpakken, zijn armen om heen slaan en me meenemen. En toch, op de momenten dat de dood en ik innig verstrengeld raakte, als ik mijn hoofd op zijn borst legde, me veilig en gekoesterd voelde en de verleiding onweerstaanbaar werd, vocht ik me altijd weer los. Weigerde ik zijn troostende armen en zijn zoete woorden. Dan begon ik te schelden, slaan, bijten. Ik vuurde bittere verwijten op hem af. Ik raakte hem waar ik hem maar raken kon. Kwetste hem tot in het diepste van zijn onsterfelijke ziel. Dan droop hij af tot een volgende gebeurtenis hem weer de gelegenheid gaf om nabij te komen. Vergevingsgezind, begripvol, vol mededogen.
Misschien wist ik dat ik anders jou zou missen, mijn mooie meisje, mijn Merel, je hebt gelijk. Je zei het vanmiddag nog. ‘Oma, je wordt oud,’ en je lachte erom. Ik zag het wel. De bezorgdheid in je blik voorbij die lach. Je moet niet elke dag langskomen, lieverd, en je niet zoveel zorgen maken. Dat is werkelijk nergens voor nodig. Ik zit hier prima en jij hebt je eigen leven. Jij bent jong en inderdaad ik ben oud. Ik heb zoveel om op terug te kijken, zoveel herinneringen. Prachtig en pijnlijk tegelijk. Mijn leven was goed, vol en heftig. Ik overweeg na al die jaren eindelijk de uitgestoken hand van mijn vriend te pakken en met hem mee naar huis te gaan. Er is daar een thuis voor mij. Zo schitterend, zo liefdevol. Troostend, passend. Dat weet ik omdat ik daar al eerder was. Ik zal je vertellen over dat moment. Hoe ik daar gekomen ben. Over het ontstaan van onze familie en waarom ik de oudste én de eerste persoon in onze familie-stamboom ben, maar eerst zal ik mijn, nee óns, verhaal voor je opschrijven, voordat ik definitief mijn ogen sluit. Mijn vriend, de dood, de troost, zal nog even geduld moeten hebben. Ik was niet altijd de eerste en de oudste moet je weten. Ook ik ben jong geweest en ik had een vader en een moeder.
Eerder gepubliceerd.
Politieke ideologieën vervagen, de grote godsdiensten domineren het leven niet meer, maatschappelijke verbanden lossen op. Wat bezielt ons? Uit welke bron putten we eind jaren negentig inspiratie? Waardoor raken we nog bevlogen? En hoe geven we vorm aan onze individuele ethiek?
Steeds meer mensen kiezen hun geloof of overtuiging á la carte. Ze stellen een eigen levensbeschouwing samen, of vernieuwen op persoonlijke wijze een bestaande religie.
De boksende boeddhiste is een verzameling confessies, een staalkaart van zienswijzen. Het eigenzinnig boeddhisme van Lucia Rijker; het verdiept katholicisme van Jan ter Laak; het ongelovig hindoeïsme van Anil Ramdas; het gevoelig jodendom van Jeroen Krabbé; de christelijke new age van Aleid Schilder. Twaalf persoonlijke verhalen over de (on) zin van het bestaan.
